In een fles wijn gaat ongeveer 1 kilo druiven. Voor de prijs van een fles maakt het dus uit hoeveel kilo’s een wijnboer van een hectare weet te halen. Een fles wijn bevat gemiddeld 600 tot 800 druiven. Dat komt neer op ongeveer 10 trossen en trosjes. Afhankelijk van de kwaliteit, soort en opbrengst van de wijngaard kan die berg druiven een behoorlijke waarde vertegenwoordigen.

Opbrengst per hectare

De opbrengst van een wijngaard is afhankelijk van een aantal factoren. Welke teeltmethode (met draad, op voet) gebruikt de boer? Is hij een gangbare, biologische of biodynamische wijnboer? Irrigeert hij zijn druiven (dat zorgt voor flink meer druiven), produceert hij binnen een beschermde oorsprongsbenaming (die doorgaans beperkingen opleggen in het rendement) of gaat hij helemaal zijn eigen gang? Daarnaast zijn het druivenras, het klimaat en de ligging van de wijngaard niet te onderschatten factoren. Er zijn voorbeelden bekend die in vergelijkbare gevallen een factor 5 verschil in opbrengst laten zien. Zo is het geen uitzondering dat een wijngaard in biodynamische teelt 5 ton druiven (5.000 kilo) per hectare oplevert, terwijl een vanuit opbrengstmaximalisatie denkende druivenboer dankzij optimale mechanisatie op 25 ton uitkomt. Ter vergelijking: in het bergachtige gebied achter de Middellandse Zee halen gangbare wijndruiventelers die kwaliteitswijnen maken rendementen die vaak niet meer dan 25 hectoliter per hectare belopen. Omgerekend in tonnen per hectare komt dat neer op circa 3 à 3,5 ton.

32.000 tot 576.000 druiven per ton

Een kleinere opbrengst resulteert in meer geconcentreerde druiven en dus meer smaak van nature. De vele druiven van een op kwantiteit gerichte wijngaard zullen wateriger en minder geconcentreerd zijn, waardoor je er meer nodig hebt om een smakelijke wijn af te leveren. Maar hoeveel wijn is dat nou? Een ton druiven levert 720 flessen wijn op. Dat zijn 7.200 trossen, ofwel 432.000 tot 576.000 losse druiven. Als je een wijngaard met kleine rendementen hebt, kun je met je 5 ton per hectare 3.600 flessen maken. Maar als je een opbrengst hebt van 25 ton, levert je dat 18.000 flessen op. Dat scheelt een paar slokken op een wijnglas.

Wie vanuit rendement per hectare naar wijn kijkt, begrijpt opeens waarom de ene fles zoveel duurder is dan de andere. Wijnen die gemaakt zijn van druiven uit wijngaarden met hoge rendementen kunnen soms – gek genoeg – duurder zijn, dan wijnen uit wijngaarden met een laag rendement. Neem een ‘lage rendementswijn’ van de berghellingen van de Languedoc voor €9. Stel dat je die laat staan voor een ‘hoge rendementswijn’ voor €2,99, dan betaal je eigenlijk best veel voor die goedkope wijn die maar een factor 3 goedkoper is (€2,99 in plaats van €9), terwijl het rendement een factor 6 verschilt (3.000 in plaats van 18.000 flessen per hectare). Of, als je het anders bekijkt, helemaal niet zoveel voor die duurdere.

Kleine rendementen betekent domweg (veel) minder flessen, dus hogere prijzen. Het is dus knap dat er toch lekkere wijnen van druiven uit hoge rendementswijngaarden gemaakt kunnen worden. We kopen en drinken ze immers graag, terwijl in het verleden menige test al heeft uitgewezen dat de meesten van ons in blinde proeverijen duur en goedkoop allemaal lekker vinden. Laat je smaak dus uiteindelijk de doorslag geven bij wat je een wijn waard vindt.

Bron: foodlog.nl