Er zijn geen werkende manieren om de afbraak van alcohol te versnellen en dus sneller nuchter te worden. Of je nu koffie drinkt, een koude douche neemt, veel beweegt of de frisse lucht opzoekt, speelt geen enkele rol. Misschien zal je je even meer nuchter voelen, maar er verandert niets aan het alcoholgehalte in je bloed. Bepaalde ontnuchteringsmiddeltjes, die o.a. via internet aangeboden worden, zijn nep en kosten enkel geld.
Ook door het drinken van water gaat alcohol niet sneller uit je lichaam. Eén standaard glas alcohol wordt door de lever binnen 1 á 1,5 uur afgebroken. Het drinken van water heeft hier geen invloed op. Het drinken van water tussen de glazen alcohol door en aan het eind van de avond helpen wel tegen een kater.
Of je al dan niet gegeten hebt, heeft wel een invloed. Voedsel in de maag zorgt er namelijk voor dat de alcohol langzamer in het bloed wordt opgenomen. De duurtijd nodig voor het organisme om een hoeveelheid alcohol ten volle op te nemen, bedraagt een half uur op een nuchtere maag, en ongeveer een uur als je tegelijk eet en drinkt. Met een volle maag ben je dus minder snel onder invloed, maar de alcoholconcentratie wordt even hoog als bij drinken op een lege maag. Houd dus rekening met die duurtijd bij het meten van je alcoholgehalte.
Hoe kan je het alcoholgehalte meten?
Klassieke alcoholtesters: Door het aantal glazen te tellen dat je gedronken hebt, kan je al een eerste inschatting maken van je alcoholgehalte. Meettoestellen zoals alcoholtesters (verkrijgbaar in de handel), zullen je toelaten om de toestand veel nauwkeuriger te meten.
Rekenprogramma’s op het internet: Sommige websites stellen rekenprogramma’s ter beschikking om het alcoholgehalte te berekenen op basis van informatie die door de gebruiker wordt ingevoerd. Het spreekt voor zich dat dergelijke websites slechts een ruwe inschatting van de situatie kunnen geven.
De alcoholcalculator kan je helpen bij het inschatten van het alcoholgehalte in je bloed.
Apps: Er bestaan ook alcoholtesters die je aan een smartphone kan koppelen en die informatie geven over het alcoholgehalte dankzij downloadbare apps. Sommige apps gaan zelfs verder en zoeken voor positieve ‘blazers’ een alternatief transport of een hotelkamer in de buurt.
Hoe weet je of je te veel hebt gedronken?
Om je alcoholgehalte in te schatten, moet je de eenheden alcohol (het aantal glazen) tellen die je de laatste uren hebt genuttigd, zelfs de alcoholische dranken die gespreid waren in de tijd.
- Gemiddeld levert een standaardglas alcoholische drank (25 cl pils, 10 cl wijn, 7 cl aperitief, 3 cl sterke drank) 0,2 à 0,3‰ (promille) alcoholgehalte op. Na 2 à 3 glazen kom je dus in de ‘risicozone’ boven 0,5‰.
- De alcohol wordt door het lichaam afgebroken aan een ritme van ± 0,15‰ per uur. Op een lege maag duurt het dubbel zo lang.
- Eenzelfde hoeveelheid ingenomen alcohol geeft niet altijd en bij iedereen hetzelfde alcoholgehalte in het bloed: dat verschilt van persoon tot persoon en is afhankelijk van o.m. lichaamsgewicht, vetgehalte, geslacht, leeftijd… Zo zal een twintigjarig meisje van 1m60 met een gewicht van 50 kg in principe sneller de limiet bereiken dan een jongeman van dezelfde leeftijd met een lichaamslengte van 1m80 en een gewicht van 75 kg.
Bron: gezondheid.be