Een hele waslijst pro’s wordt aan matig biergebruik toegeschreven:


• De gerst zorgt voor vitamine B en oplosbare vezels die de darmtransit bevorderen, het cholesterolgehalte verminderen en het risico op hart- en vaatziekten reduceren.

• Ook de gist levert vitamine B, vooral B1, B6 en foliumzuur die helpen om het homocysteïnepeil in het bloed laag te houden, wat het risico op tal van hart- en vaatziekten vermindert. Vitamine B is houdt ook je huid en haar gezond. Het gistbezinksel van bieren met nagisting in de fles is een goede bron van vitamine B12.

• In hop zit er lupuline, een stof die een kalmerende werking heeft en zodoende stress en depressie kan counteren. Daarom werden hoofdkussens vroeger met hopbloemen gevuld, een garantie voor een rustige slaap! Hop bezit ook ontstekingwerende eigenschappen en het heeft een oestrogene werking omdat het een kleine dosis vrouwelijke hormonen bevat. Die laatste piste wordt verder onderzocht als mogelijke behandeling van bepaalde gynaecologische problemen. En recent ontdekten Chinese wetenschappers dat xanthohumol, een bestanddeel van hop, de hersencellen beschermt. Dit zou mogelijks kunnen betekenen dat deze stof de ziekte van Alzheimer en Parkinson kan afremmen.

• Qua mineralen bevat bier veel magnesium, wat goed is voor hart en bloedvaten, en weinig calcium: een ideale match ter bescherming tegen gal- en nierstenen. Het heeft een hoog kaliumgehalte maar weinig calcium, een combinatie die positief werkt bij een te hoge bloeddruk. Bier beschermt tegen osteoporose omdat het silicium bevat, al worden hier en daar wat twijfels geuit over deze stelling en over de rol die bier hierin kan spelen.

• Studies hebben aangetoond dat een gematigd biergebruik het risico op diabetes type 2 vermindert. Op de website van Belgian Brewers spreekt men over percentages van 30% en meer.

• Alcohol verdunt het bloed en werkt zodoende preventief tegen beroerte . De ethanol in de alcohol heeft een positieve invloed op de cholesterolhuishouding omdat het de HDL (of goede) cholesterol verhoogt en de LDL (of slechte) cholesterol afbreekt.

• Bier werkt diuretisch omdat het veel water bevat (zo’n 90%) en net zoals andere alcoholische dranken de productie van ADH afremt, een hormoon dat vocht in het lichaam vasthoudt. Een verminderde productie van ADH stimuleert bijgevolg de nieren en de blaas. Te veel vochtafdrijving zorgt dan weer voor uitdroging van het lichaam en veroorzaakt een kater.

Van alle alcoholhoudende dranken bevat een doorsneebiertje het minst aantal kilocalorieën: 40 à 60 kcal per 100 ml, naargelang van het alcoholpercentage van het bier. Rode wijn bevat gemiddeld zo’n 80 kcal voor eenzelfde hoeveelheid, maar een gemiddeld glas wijn heeft natuurlijk ook minder inhoud dan een pint. Eet vooral geen vette snacks bij bier want je lichaam concentreert zich eerst op het verwijderen van de alcohol en neemt daarna pas de tijd om het vet te verbranden dat zich zodoende in het lichaam gaat opstapelen.
Een extra bonus ook is dat bier het verzadigingsgevoel zou verhogen.

• Bier is tenslotte een goede bron van antioxidanten die aanwezig zijn in de hop en in de mout. Het bevat maar half zoveel antioxidanten als rode wijn, maar omdat die kleine moleculen hebben, laten ze zich zeer gemakkelijk absorberen door het lichaam.
De moraal van het verhaal: niets houdt ons tegen om af en toe eens een gezonde portie gerstenat te nuttigen!