Overmatig alcoholgebruik vormt een wereldwijd probleem. De Vlaamse Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD) schat dat 10% van de volwassen mannen en 6 % van de volwassen vrouwen overmatig drinkt. Het percentage overmatige drinkers (is in het Vlaams gewest het grootst bij de mannen van 15-24 jaar (15%) en 55-64-jaar (13%). Bij vrouwen is het percentage vrouwen dat 15 of meer glazen per week drinkt het grootst in de leeftijdsgroep 55-64-jaar (15%). Ongeveer 9% van de volwassen Belgische bevolking vertoont problematisch drinkgedrag. Bij mannen is dat 13%, bij vrouwen 6%. De proportie problematische alcoholgebruikers is het grootst in de leeftijdsgroep 45-54 jaar (13%). Bij jongeren tussen 15 en 24 jaar was het alcoholgebruik voor 8% problematisch. Voor de jongens van die leeftijd gaat het om 9%. 50% van de studenten in het hoger onderwijs in Vlaanderen vertoonde in 2013 risicokenmerken van problematisch alcoholgebruik. En 5,4% van de Belgische mannen en 1,9% van de Belgische vrouwen in de leeftijdscategorie van 18–64 jaar zou afhankelijk of verslaafd zijn aan alcohol.

1. Wat is overmatig drinken?

U drinkt meer dan verantwoord is voor uw gezondheid. Wanneer dit overmatig drinken lang aanhoudt, bestaat de kans dat u vroeg of laat problemen krijgt op lichamelijk, psychisch of sociaal gebied. Het valt op voorhand niet te voorspellen hoe zwaar deze problemen zullen zijn en wanneer ze zullen optreden.

• Wat te veel is, hangt af van uw leeftijd en gewicht en of u man of vrouw bent. Hoe zwaarder u gebouwd bent, hoe meer alcohol uw lichaam aankan. Mannen kunnen over het algemeen beter tegen drank dan vrouwen.
De Vereniging voor Alcohol en andere Drugproblemen (VAD) hanteert volgende richtlijnen voor aanvaardbaar alcoholgebruik om de schadelijke gevolgen van het gebruik van alcohol te voorkomen of te verminderen. Drinkt u meer, dan is er sprake van overmatig drinken. De richtlijnen beschrijven geen ‘veilige’ of ‘risicoloze’ grenzen: het gaat om een aanvaardbare grenswaarde voor alcoholconsumptie waarbij de risico’s op ongelukken en verwondingen of de kans op ontwikkeling van alcoholgerelateerde ziekten aanvaardbaar laag zijn in vergelijking met niet drinken.
(Standaardglazen bevatten een alcoholgehalte van 10 gram. Deze hoeveelheid verschilt van glas tot glas. Een standaardglas bier is 25cl, terwijl een standaardglas wijn slechts 15cl is. Sterke drank, zoals jenever, bevat nog meer grammen alcohol per liter, daarom drinkt u het uit een kleiner glas.)

• Overmatig drinken kan ook beperkt of slechts éénmalig voorkomen, maar in totaal onaangepaste omstandigheden. Dit noemt men ‘situationeel riskant gebruik’. Het meest voor de hand liggend voorbeeld is dronken achter het stuur kruipen. Andere voorbeelden zijn: in dronken toestand op kinderen passen of gevaarlijke machines bedienen terwijl je onder invloed bent.

2. Wanneer is er sprake van problematisch drinken of alcoholmisbruik

Overmatig drinken kan evolueren naar probleemdrinken wanneer er lichamelijke, psychische of sociale problemen ontstaan die duidelijk waarneembaar worden, maar waarbij u toch blijft verder drinken. Deze problemen worden beïnvloed door verschillende factoren, zoals de individuele gevoeligheid, de mate, duur en wijze van het alcoholgebruik, de combinatie met andere pro- ducten, de eventueel aanwezige psychiatrische problematiek en directe en indirecte omgevingsfactoren.

• De geconsumeerde hoeveelheid alcohol – het aantal glazen dat u dagelijks of wekelijks drinkt – is niet doorslaggevend om over probleemdrinken te kunnen spreken.
• Soms wordt probleemdrinken ook omschreven als ‘drinken als reactie op problemen’. Alcoholgebruik heeft dan als doel om even te ontsnappen aan problemen en spanningen. Dit kan een tijdelijk zijn of het kan uitgroeien tot een vast patroon. Er wordt dan voortdurend naar alcohol gegrepen als ‘oplossingsstrategie’ of als ‘zelfmedicatie’. Er kan dus een vicieuze cirkel ontstaan. Het drinken veroorzaakt problemen, waardoor u opnieuw gaat drinken, enz…
Uiteindelijk kan het zover gaan dat u in zowat alle situaties alcohol nodig hebt om te kunnen functioneren. In dat geval spreken we over afhankelijkheid.

3. Binge drinken of piekdrinken

Binge drinken is op bepaalde gelegenheden zeer veel alcohol drinken, meestal op korte tijd. Voor mannen legt de VAD de grens op minstens 6 glazen op 2 uur tijd, voor vrouwen minstens 5 glazen.
Een typisch patroon van binge drinken is: niets of matig drinken tijdens de week, om dan zeer veel en ‘gulzig’ te drinken tijdens het weekend.
Een andere vorm van binge drinken doet zich dagelijks voor. Je drinkt niets overdag, maar ’s avonds gaat ‘het hek van de dam’.
Binge drinken kan geleidelijk overgaan in afhankelijkheid. De weekends worden verlengde weekends, tot ze uiteindelijk de ganse week omvatten. Of het drinken ’s avonds begin steeds vroeger…

• Binge drinken bij jongeren gebeurt dikwijls in de context van ‘pre-drinking’. Voor u effectief uitgaat, wordt er op straat of op andere openbare plaatsen alvast ‘voor-gedronken’. Men ziet er een pragmatische oplossing in voor de duurder geworden dranken in café’s en dancings.
Binge drinken kan vooral voor jongeren zeer schadelijk zijn. U hebt kans op schade aan uw hersenen, ruzies, verkeersongelukken of een verslaving.

4. Alcoholafhankelijkheid

Belangrijkste kenmerk van alcoholafhankelijkheid is het niet meer kunnen functioneren zonder alcohol. Er is geen vrijheid meer om al dan niet te drinken. Het moet. Daarom spreekt men in dit verband soms ook over ‘verslaving’.

• Typisch voor een persoon met alcoholafhankelijkheid is dat hij of zij nog slechts gedeeltelijk of totaal geen plezier meer ervaart bij het drinken van alcohol. Soms wordt het begin van het drinken nog als plezierig ervaren, maar daarna komt men in een verdovende roes terecht.

• Bij een gedeelte van de mensen die afhankelijk zijn van alcohol komt ook lichamelijke afhankelijkheid voor. In dat geval treden er ontwenningsverschijnselen op. Je voelt je gedwongen om te drinken om niet ziek te worden. Sommige mensen met alcoholafhankelijkheid krijgen echter nooit of slechts in beperkte mate last van ontwenningsverschijnselen.

Kenmerken van alcoholafhankelijkheid
Om van alcoholafhankelijkheid te kunnen spreken hoeven niet alle kenmerken voor te komen. Meestal zijn er wel minstens drie van onderstaande kenmerken aanwezig.

• Alcoholtolerantie. Steeds meer moeten drinken om hetzelfde effect te bereiken.

• Ontwenningsverschijnselen die kunnen variëren van persoon tot persoon. Beven, zweten, misselijkheid, onrust, angst, somberheid, verwardheid, ‘beestjes zien’, …
Om de ontwenningsverschijnselen op te vangen moet u steeds opnieuw drinken om minimaal te kunnen functioneren. Vandaar dikwijls ochtenddrinken.

• Controleverlies: meer en langer drinken dan de bedoeling was, ondanks herhaalde voornemens.
• Het veelvuldig drinken resulteert in frequente black outs en geheugenstoornissen.
• Herhaalde mislukte pogingen om te stoppen.
• Voortdurend bezig zijn met alcohol. Er voortdurend aan denken, er voor zorgen dat er altijd een ‘voorraad’ is, steeds gelegenheden opzoeken waar gedronken wordt, enz…
• Toenemende verwaarlozing van andere activiteiten.

Bron: gezondheid.be